Een hybride warmtebron met 360° zicht op Oostende

The Waves, in het centrum van Oostende, is het vlaggenschipproject van de Oostendse Vastgoedgroep Degroote, een van de toonaangevende projectontwikkelaars van onze kust. Het complex van 4 gebouwen is onder constructie en het eerste gebouw (Sea) nadert zijn voltooiing. Op het dak van het 14 verdiepingen tellende gebouw bevindt zich een opbouw met de hybride lucht-aardgas warmtebron, die de 118 appartementen en de commerciële ruimtes verwarmt en van sanitair warm water voorziet. A room with a view!

De eerste fase van The Waves werd ‘Sea’ gedoopt. Dit gebouw bestaat uit 14 bovengrondse bouwlagen, een tussenen een kelderverdieping. In totaal biedt dit gebouw 118 appartementen met 1, 2 of 3 slaapkamers. In de lampion – de hoogste 5 verdiepingen van het gebouw – zijn de ruimste appartementen met 2 of 3 slaapkamers gehuisvest. Onder het gebouw bevinden zich 147 private parkeerplaatsen op de tussenen kelderverdieping.

Op het dak staan van de Sea building met een 360°-zicht op Oostende en omgeving is zoiets als op de Eiffeltoren Parijs aanschouwen. Je raakt niet uitgekeken op zoek naar herkenningspunten. Veel tijd om van het zicht te genieten, is er niet: zaakvoerder Miek Gevaert en zijn projectleider Dennis Vanlandeghem van installateur Vermote bv, uit Bredene, staan klaar om het concept van de installatie uit te leggen.

Een centrale warmtebron op ruim 40 meter hoogte

Bovenop de topverdieping, 42 meter boven de begane grond, bevindt zich een centrale kamer. Ze huisvest de stookinstallatie, een wat ouderwets woord voor de hybride warmtebron van het gebouw, een geraffineerd geheel van 5 Vaillant ecoTEC plus VC 1206 condensatiegaswandketels met rookgasafvoer en 2 allSTOR plus buffervaten: een VPS1500/3-5 (1.500 liter) en een VPS 2000/3-5 (2.000 liter). Het grootste ervan is verbonden met 8 aroTHERM plus VWL 125/6A S2 lucht/water-warmtepompen op het dak, buiten de opbouw, het kleinste is aangesloten op de condensatiegaswandketels. Bronenergieën zijn aardgas en luchtwarmte, maar de installatie kan moeiteloos aangesloten worden op het warmtenetwerk van de stad eens dit in de buurt van The Waves komt, om zo verwarming te halen uit de restwarmte van de verbrandingsoven en de industrie uit Oostende.

“Ondanks de hoogte verliep de installatie vlekkeloos”, zegt Dennis. In de ruwbouwfase plaatsten we de buffervaten zonder isolatiemantel in de stookplaats, waarna het dak erop kon. De Vaillant-ketels en de warmtepompen zijn compact en licht: we konden ze met de bouwkraan op het dak zetten en met de hand op hun ideale plek zetten. De modulaire samenstelling van de Vaillant-infrastructuur zorgde ervoor dat alles hanteerbaar bleef en eenvoudig opgebouwd kon worden.

Met de combilus naar de eindgebruiker

Via een combilus bezorgen de ketels verwarming en sanitair warm water in elk van de 118 appartementen. In elk appartement bevindt zich een woningstation met een warmtewisselaar die de aanvoer van sanitair warm water regelt. Elke bewoner regelt de temperatuur van zijn appartement met een eigen thermostaat en een ingebouwde warmtemeter houdt de rekening bij.

Het klinkt eenvoudig, maar het vergt een uitgekiende installatie, juist gedimensioneerd en performant. Bij een testbezoek aan enkele appartementen haalt het warme water uit de kranen meteen de gewenste temperatuur. “De installatie stuurt continu een minimale injectie van sanitair warm water naar elke verdieping van het gebouw, zodat er quasi ogenblikkelijk warm water uit de kraan komt wanneer je die openzet”, legt Dennis uit.

Voorts is het verwarmingsvermogen van de warmtebron berekend op de behoeften wanneer het gebouw volledig ingenomen is. Vaillant Sales Engineer Yannick De Mol verklaart hoe dat kan: “De studie door Vaillant naar de gelijktijdigheid, die aantoont hoeveel sanitair warm water er tegelijk beschikbaar moet zijn in het hele gebouw om iedere gebruiker te bedienen, is de basis voor het berekende vermogen van de centrale warmtebron.”

“Op die manier kan enorm bespaard worden op het totale geïnstalleerde vermogen voor de productie van sanitair warm water en worden de bewoners volledig ontzorgd, met maximaal comfort”, onderstreept Leandro Depaepe, accountmanager NoordWest-Vlaanderen bij Vaillant. “Ook winnen ze plaats in de meestal toch al krappe bergruimtes omdat ze geen eigen condensatiegaswandketel moeten plaatsen.” Dat er dan voor elk appartement geen rookgasafvoer moet geplaatst worden, betekent bovendien een plaatsbesparing voor het project.

E-peil vergde aandacht

“De EPB-reglementering vroeg speciale aandacht om te voldoen aan de EPB-normen en het vereiste E-peil voor het gebouw te halen", maakt Miek duidelijk. “Het bleek noodzakelijk om de dimensionering en isolatie van de combilus te optimaliseren om warmteverlies onderweg te beperken en we dienden hernieuwbare energie in te bouwen in het energetisch concept van het gebouw. In overleg met Vaillant beslisten we om de installatie aan te vullen met 8 aroTHERM plus VWL 125/6A S2 monobloc lucht/waterwarmtepompen. We sloten ze aan op het allSTOR plus VPS 2000/3-5 buffervat, want warmtepompen halen hun rendement uit continue verwarming en dus bufferen we voldoende om ze even aan de gang te houden.”

Een uitgekiende hybride oplossing

De buffervaten waren essentieel om de warmtepompen en gasketels performant te laten samenwerken, vult projectleider Dennis aan. “De monobloc lucht/water-warmtepompen werken op een lager temperatuurregime. Het retourwater van de combilus loopt eerst door het buffervat van de warmtepompen. Daarna gaat het naar het kleine buffervat dat aansluit op de Vaillant ecoTEC plus condensatiegaswandketels, waar indien nodig nog bijverwarmd wordt. Vaillant berekende de grootte van de buffervaten om voldoende lange werktijden van warmtepompen en ketels te verzekeren.” “Daarin ligt de sterkte van Vaillant”, stelt Miek, die een lange traditie van samenwerking heeft met Vaillant. “Vaillant biedt een compleet samenhangend systeem aan met gaswandcondensatieketels, lucht/water-warmtepompen, een verbindingssysteem en buffervaten. Bovendien beschikt Vaillant over een compleet modulair regelsysteem dat in functie van de noden uitgebreid kan worden. Zo is de goede samenwerking tussen de verschillende energiebronnen (gasketels, warmtepompen) verzekerd.”